Inaya loopt stage in het crea-atelier.

Een stage in De Sperwer

Jaar in jaar uit ontvangt het dagcentrum van De Sperwer veel stagestudenten. Dat zorgt voor het nodige puzzelwerk, vele leerkansen en nog meer leven in de brouwerij. ‘Het houdt ons als begeleiders ook kritisch,’ stelt begeleidster Jo.

‘De stagestudenten vinden ons via allerlei wegen’, klinkt het bij Wendy Jacobs. Wendy is de interne verantwoordelijke voor de stages. De vele aanvragen leveren haar het nodige puzzelwerk op: ‘Studenten Ergotherapie koppelen we bijvoorbeeld aan begeleiders die zelf ergotherapeut zijn. Bovendien hebben we de interne afspraak dat elke begeleider maximaal één langdurige stage per jaar begeleidt.’

Maar het zijn niet alleen ergotherapeuten in opleiding die de weg naar De Sperwer vinden: ‘We ontvangen ook veel studenten uit de Bacheloropleiding Orthopedagogie, het zesde of zevende jaar Jeugd- en gehandicaptenzorg en af en toe iemand van Sociaal Werk. Er komen zelfs middelbare scholieren over de vloer, meestal voor een inleefstage. Daarnaast komt er elk jaar iemand van de kunsthumaniora van Sint-Lucas een drietal dagen meewerken in de kunstateliers. Die ateliers zijn daar vragende partij voor, omdat de leerlingen steeds weer nieuwe inspiratie meebrengen.

Nieuwe samenwerking

Naast Sint-Lucas zijn er nog een aantal scholen waarmee er een samenwerking bestaat: Sint-Carolus (Sint-Niklaas), Arteveldehogeschool (Gent), Hogent en het Lyceum van Gent. ‘Nieuw is onze samenwerking met de Thomas More Hogeschool (Antwerpen)’, zegt Wendy, ‘waarbij de student één dag per week naar school gaat en de andere dagen stage loopt bij ons.’

 

Hoe ziet zo’n langdurige stage bij De Sperwer eruit voor de student? ‘Ze stappen gewoon mee in het rooster van een begeleider, inclusief de overleggen’ legt Wendy uit. ‘Feedback krijgen ze eveneens van hun begeleider, die ook de contacten met de school opvolgt. Na langdurige stages merken we vaak dat studenten zich echt een deel voelen van De Sperwer. Dat is mooi om te zien. En wie weet worden het wel toekomstige werkkrachten?’

 

Wie het werk in de sector in elk geval op haar toekomstpad ziet liggen, is stagestudente Inaya Stals. Deze zesdejaarstudente Jeugd- en Gehandicaptenzorg (Sint-Carolus) loopt twee maand stage in het crea-atelier: ‘Ik heb altijd al graag voor mensen gezorgd,’ zegt Inaya. ‘En in het verleden heb ik ook al mensen met een beperking leren kennen. Dat klikte altijd goed. Daarom wilde ik in deze richting verdergaan. De stage heeft die keuze alleen maar bevestigd.’

 

Een bijzondere aanpak

Het is al haar tweede stage in een dagcentrum voor mensen met een beperking: ‘De aanpak in De Sperwer is wel erg verschillend dan die op mijn vorige stageplaats. In De Sperwer wordt er echt gewerkt. Ik vind het ook leuk dat de medewerkers zeggen: ‘Ik ga gaan werken.’

 

Wat ze zelf vindt van die aanpak? ‘Ik wist eerlijk gezegd niet dat zo’n aanpak bestond, maar ik vind hem wel bijzonder. De medewerkers gaan volgens mij met een goed gevoel naar huis: we hebben goed gewerkt vandaag! Ik denk dat ze er ook meer zelfvertrouwen door krijgen, omdat ze zien dat vanalles mogelijk is: een cake bakken, soep maken,… Dat maakt een groot verschil.’

 

Inaya is tevreden over haar stage totnogtoe: ‘De interactie lukt vrij goed met iedereen, denk ik. Ik probeer voor iedereen oog te hebben. Mensen die zelf niet zo snel in interactie gaan, geef ik de tijd en dan komt het meestal wel vanzelf. Ik werk vijf dagen per week, maar op woensdag is er geen crea-atelier. Dan sta ik ook weleens in de tuin, de keuken of de boerderij. Dat rouleren vind ik leuk, al ken ik in het crea-atelier natuurlijk al beter mijn weg.’

 

Een frisse blik

Op de boerderij neemt begeleidster Jo momenteel ook een stagestudent (Thomas More Hogeschool) onder haar vleugels: ‘Ik vind het vaak verfrissend om met een stagestudent te werken,’ zegt ze. ‘Zij stellen soms kritische vragen: waarom doe je iets zus of zo? Dat nodigt je uit om als begeleider zelf ook nog eens één en ander te overdenken.’

 

Ook vele medewerkers houden ervan om een stagiair in de rangen te tellen, ‘al is het voor sommige mensen toch wennen,’ nuanceert Jo. ‘Het is tenslotte iemand die ze niet kennen, het is verandering. Maar meestal went het wel na een tijdje. Soms vinden de medewerkers het zelfs jammer als ze weer afscheid moeten nemen.’

 

Een typische stageperiode heeft iets van een dieselmotor: ‘Eerst lopen de studenten gewoon mee en kijken ze hoe we alles doen,’ legt Jo uit. ‘Daarna nemen ze stilletjes aan mijn rol naar de medewerkers toe mee op. Op die momenten kom ik zelf vaker aan één-op-één-begeleiding toe. Aan het einde van de stageperiode zouden de studenten het atelier in principe zelfstandig moeten kunnen runnen.’

Deel

Nieuwsbrief

Wens je graag nieuws van De Sperwer te ontvangen? Schrijf je dan hier in.

Spring naar de inhoud