Deze zomer besliste de Vlaamse overheid om aan een deel van de mensen uit prioriteitengroep 2 een deel van het toegekende budget ter beschikking te stellen. ‘Mensen kunnen de zorg niet meer inkopen die ze nodig hebben,’ waarschuwt directeur Annelies Moeyersoons.
De Vlaamse overheid engageerde zich afgelopen zomer om aan 1.100 mensen (van de 5.000) uit prioriteitengroep 2 een deel van hun budget ter beschikking te stellen. ‘Theoretisch wachten mensen uit deze groep twee à drie jaar, in de praktijk tien jaar,’ stelt Annelies. ‘Een vroegere toekenning van budgetten is dus sowieso een goede zaak, maar deze maatregel is – letterlijk – slechts een halve oplossing.’
Dat is het in de eerste plaats voor de gebruiker: ‘Uiteraard kunnen mensen daarmee niet de zorg inkopen die ze nodig hebben, maar slechts een deel ervan.’ In plaats van ‘Welke zorg heb ik nodig?’ wordt de vraag voor hen dus: ‘Wat kan ik betalen?’
Toereikende zorg
‘De Sperwer betreurt die evolutie,’ zegt Annelies. ‘Wij willen iedereen die zich aanmeldt met een budget kwaliteitsvolle en toereikende zorg blijven bieden, en blijven inspelen op wat mensen echt nodig hebben. Dat streven blijft ongewijzigd. Maar ook voor de vergunde zorgaanbieders liggen de budgettaire uitdagingen op de loer.’
De uitdagingen situeren zich vooral op vlak van de organisatiemiddelen. Die werden in de afgelopen drie jaar door de overheid teruggebracht van 21% naar 16%. Bovendien worden ze niet geïndexeerd doorheen de tijd. Hoe gaan de vergunde zorgaanbieders om met dat gestage verlies? ‘Ik zie verschillende tendensen,’ zegt Annelies. ‘Sommige organisaties rekenen bijna alles door aan de gebruiker via de woon- en leefkosten, wat de zorg voor die laatste vaak onbetaalbaar maakt. Andere organisaties doen dat niet, maar snijden dan soms te diep in eigen vel.’
Betaalbare zorg
Waar bevindt De Sperwer zich op dit spectrum? ‘Wij bevinden ons ergens in het midden. Voor ons is het wel zeer belangrijk dat we betaalbare zorg kunnen blijven aanbieden. Laat mij een voorbeeld geven van ons busvervoer. Vroeger werd dat gesubsidieerd door de overheid en betaalde de gebruiker een extra van 2,5 euro bovenop de dagprijs. Sinds het wegvallen van de subsidies en de invoer van de woon- en leefkosten, hebben wij onze prijs noodgedwongen opgetrokken naar 6,5 euro per dag. De reële kost bedraagt daar echter meer dan het drievoudige van.’ En daar wringt de schoen.
‘Als je een dergelijk bedrag doorrekent, moet een deel van de mensen afhaken,’ weet Annelies. ‘Wij voeren solidariteit echter hoog in het vaandel en we willen dat ook blijven doen. We zijn dan ook op zoek naar oplossingen en blijven dit thema aankaarten bij de werkgeverskoepel en de overheid.’